Elke werkdag bereikbaar op 033 433 72 17
31 juli 2022 Nieuws

Uitkering dividend in een jaarrekening

Hoe moet een dividenduitkering verwerkt worden in de jaarrekening?

Vraag

Hoe moet een dividenduitkering verwerkt worden in de jaarrekening, rekening houdend met de flex-BV wetgeving? In het specifieke geval wil de onderneming een dividenduitkering doen van de 100% dochter aan de moeder. De balanstest en uitkeringstoets moeten nog opgesteld worden, maar we kunnen nu al zeggen dat er voldoende vermogen is, zodat een uitkering geoorloofd is. Ook de continuïteit van de onderneming zal geen probleem zijn. De jaarrekeningen zijn onlangs opgesteld, maar nog niet vastgesteld. De bedoeling is nu om een dividend uit te keren om de onderlinge rekening courant verhouding te verlagen.

Onze vraag is nu of dit zo opgenomen kan worden in de jaarrekening van 2021? Of mag dit pas in 2022? En is de boeking dan het opnemen van een kortlopende schuld, en dat deze schuld na één jaar (na datum van de notulen) afgeboekt mag worden tegen de rekening courant verhouding? Als er nog andere, belangrijke punten zijn welke we wellicht over het hoofd zouden kunnen zien dan horen we dat ook graag.

Antwoord

Als het bestuur een voorstel tot dividend wil verwerken in de jaarrekening dan is er sprake van een voorwaardelijke verplichting; immers de AVA zal hiervoor nog formeel een besluit moeten nemen. Wanneer een dividenduitkering wordt vastgesteld na balansdatum, bestaan er drie mogelijkheden om het voorgestelde dividend te verwerken:

  • Niet afzonderlijk in de balans verwerken; in dit geval wordt het resultaat boekjaar na belasting als afzonderlijke post in het eigen vermogen opgenomen (balans wordt opgemaakt voor winstbestemming); het voorgestelde bedrag aan dividenduitkering wordt vermeld in de Gebeurtenissen na balansdatum;
  • ​In de balans verwerken onder de (kortlopende) schulden (balans wordt opgemaakt na winstbestemming).
  • ​In de balans verwerken als separate onderdeel van het eigen vermogen (balans wordt opgemaakt na winstbestemming)

​Onze voorkeur gaat uit naar het verwerken onder de kortlopende schulden. Verrekenen met de rekening-courant verhouding met de aandeelhouder kan pas plaatsvinden per datum van de Algemene Vergadering waar het voorstel tot uitkeren van dividend wordt bekrachtigd.

Voorbeeld

Een holdingvennootschap heeft per 31 december 2021 een rekening courant schuld (4% rente per jaar) aan de dochtervennootschap van € 75.000. De dochter wil (én kan volgens de balans- en uitkeringstest) een dividend van € 50.000 uitkeren (per 1 september 2022). Het bedrag van dividend ad € 50.000 wordt als separate post onder de kortlopende schulden verwerkt. In 2022 wordt per 1 september 2022 het dividend geboekt naar de rekening courant met de aandeelhouder. Over de eerste 8 maanden van 2022 zal hierdoor (mits er geen wijzigingen in de rekening courant hebben plaatsgevonden) 4% x € 75.000 x 8/12, zijnde € 2.000 aan rente verschuldigd zijn door de holdingvennootschap. Vanaf 1 september is de schuld van € 75.000 teruggebracht met € 50.000. Saldering per 31 december 2021 is dus niet mogelijk!

Let op

Als de aandeelhouder geen vennootschap is maar een natuurlijk persoon (dga) dan zal de datum op de aangifte dividendbelasting het moment van verrekenen bepalen. Mocht de B.V. op 31 december 2021 een flinke vordering hebben op de dga dan zal deze in de publicatiestukken separaat moeten worden toegelicht.

Meer weten? Bekijk dan de volgende cursus: