Elke werkdag bereikbaar op 033 433 72 17
12 april 2018 Nieuws

Welke investeringen in roerende zaken zijn uitgesloten van investeringsaftrek?

Auxilium Medewerker

De Wet inkomstenbelasting 2001 geeft een opsomming van bedrijfsmiddelen die uitgesloten zijn van kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het gaat o.a. om bedrijfsmiddelen die bestemd zijn om, direct of indirect, hoofdzakelijk (méér dan 70%) ter beschikking worden gesteld aan derden en bedrijfsmiddelen waarvan het investeringsbedrag minder bedraagt dan € 450.

Cruciaal is nu te beoordelen wat nu verstaan wordt onder ter beschikking stellen aan derden van roerende zaken. Bij roerende zaken kunnen wij denken aan zaken die speciaal voor de verhuur worden aangeboden zoals fietsen, tenten, caravans, gereedschappen voor de bouw, boten en ga zo maar door. Hiervan mag duidelijk zijn dat deze rechtstreeks en volledig voor het ter beschikking stellen door het bedrijf zijn aangeschaft. Deze vallen zonder verdere discussie onder de uitsluiting van toepassing van de kleinschalingheidsinvesteringsaftrek.

Wellicht een wat grijzer gebied kan zijn de aanschaf van roerende zaken die binnen het kader van de onderneming worden gebruikt. Immers je kunt toch ook stellen dat de eerder genoemde categorie volledig verhuurde fietsen e.d. toch ook binnen het kader van de onderneming worden gebruikt. Het onderscheid moet dan ook worden gemaakt in de beoordeling van de hoofdwerkzaamheid van de onderneming.

Gebruik binnen het kader van de onderneming houdt in dat er een andere hoofdprestatie wordt geleverd waarbij dit bedrijfsmiddel wel ter beschikking staat. Hierbij kan worden gedacht aan het ter beschikking stellen van bestek in een restaurant, een pan bij het geven van kookles, een zadel bij het geven van paardrijles, een golfclub bij een midgetgolfspel, een bowlingbal bij een bowlingspel, een paintballgeweer bij een paintballspel.

In principe kunnen deze zaken wel voor de kleinschalingheidsinvesteringsaftrek in aanmerking komen. Dit wordt nader bevestigd in het Besluit van 17 maart 2014 (BLKB2014/106M). Hierin is aangegeven dat als het ter beschikking stellen van het desbetreffende bedrijfsmiddel voldoet aan onderstaande criteria er kleinschalingheidsinvesteringsaftrek geclaimd kan worden.

Het bedrijfsmiddel:

  • Is geen bedrijfsdoel op zichzelf
  • De ondergeschikte nevenprestatie maakt uitsluitend deel uit van een meer omvattende dienstverlening waarvoor een all-in-prijs wordt berekend
  • Is onderdeel van een geheel van diensten wat de hoofdwerkzaamheid is van de onderneming
  • Is als dienstverlening op zichzelf niet aan te merken als het verhuren of op andere wijze ter beschikking stellen van het bedrijfsmiddel als zodanig

Conclusie

De conclusie is dat er bij de aanschaf van roerende zaken onderscheid moet worden gemaakt tussen aangeschafte zaken met als hoofddoel het rechtstreeks ter beschikking stellen aan derden dan wel roerende zaken die gebruikt worden binnen het kader van de eigen bedrijfsuitoefening. Alleen deze laatste categorie kan dus de kleinschalingheidsinvesteringsaftrek claimen.