Elke werkdag bereikbaar op 033 433 72 17
3 juli 2019 Nieuws

Verloren gegaan bedrijfsmiddel en de waarde

Auxilium Medewerker
Waarneming en noodplan

Helpdeskvraag

Is er bij een verloren gegaan bedrijfsmiddel sprake van vervreemding tegen een overdrachtsprijs tot het bedrag van de verzekeringsuitkering?

Ons antwoord

Vervreemding van een bedrijfsmiddel binnen 5 jaar (na het begin van het jaar waarin in dat bedrijfsmiddel is geïnvesteerd) kan er toe leiden dat er sprake is van een desinvestering van dat bedrijfsmiddel. Indien er in die periode van 5 jaar kleinschaligheidsinvesteringsaftrek voor dit bedrijfsmiddel is geclaimd, zal een deel hiervan ’terugbetaald’ moeten worden als desinvesteringsbijtelling. Als grondslag voor de desinvesteringsbijtelling geldt dan de overdrachtsprijs.

Voor de desinvesteringsregeling geldt per jaar een ondergrens. Pas bij een jaarlijks desinvesteringsvolume van meer dan € 2.300 is er sprake van een desinvesteringsbijtelling.

Echter, er is geen sprake van vervreemding indien deze niet door de (vrije) wil van de ondernemer geschiedt. Dus als de ondernemer de beschikkingsmacht over het bedrijfsmiddel onvrijwillig kwijtraakt. Er is dan geen sprake van een vervreemding tegen een overdrachtsprijs. Er is geen opbrengst.

In de volgende situaties (van onvrijwillig verlies van de beschikkingsmacht) is géén sprake van een vervreemding tegen overdrachtsprijzen:

  1. verlies/ verloren gaan van goederen ten gevolge van:  brand, verlies, diefstal, instorting, het zinken van een schip, etc. Een eventuele schade-uitkering is geen vervreemdingsprijs. Dit geldt zelfs  indien de  verzekeraar recht op afgifte van het wrak verkrijgt;
  2. bij ruilverkaveling en andere, van rechtswege, gedwongen onteigeningen;
  3. bij overgang krachtens erfrecht en huwelijksvermogensrecht;
  4. als een ondernemer zijn onderneming, met de daarin aanwezige bedrijfsmiddelen, inbrengt in een samenwerkingsverband tegen creditering van de waarde. Dit ongeacht het feit dat zo’n inbreng kwalificeert als een (gedeeltelijke) staking van de onderneming.

​De schade-uitkering wordt beschouwd als een bijzondere bate. Het bedrijfsmiddel dat ter vervanging wordt aangeschaft, volgt de gewone regels van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.